Op eigen kiel de rivieren op!

Suriname brug

Tussen Nieuw Amsterdam en Meerzorg voor anker.

Samen met Zeevalk bereiden we ons voor. Het is dan geen oceaan oversteek maar het heeft toch enige voorbereiding nodig. Genoeg diesel want er zal niet veel gezeild worden, water tanken, bevoorraden en de route uitstippelen. We hebben met stroming en getij te maken en daar willen we efficiënt mee omgaan. Om te vertrekken uit Waterland hebben we nog een klein beetje stroom tegen om tijd genoeg te hebben om voor het donker op de eerste ankerplaats uit te komen en het helpt ons ook om de ligplaats uit te varen, we stromen er namelijk gewoon uit. Gaandeweg krijgen we steeds meer stroom mee en halen we onze bestemming voor het donker. De Zeevalk meert bij ons aan. Het stroomt hier hard en door de beweging van het water wat tussen de schepen lekker, klotst is het net of we varen. Janet had onderweg al gekookt en we kunnen zo aanschuiven bij de Zeevalk! Als we ons bedje opzoeken worden we om 02:00 wakker van de schepen die langs varen en er voor zorgen dat Choctaw en Zeevalk ongecontroleerd aan hun lijnen rukken. Zeevalk besluit om op eigen anker te gaan en laat zich met de stroom mee zakken. De tweede helft van de nacht slapen we goed.

Cotticarivier

Alliance

We willen nu ook graag weer de stroom mee hebben op de Commewijne rivier. Dat houd in dat we bij kentering bij de monding moeten zijn en ook nog een beetje stroom mee op de Surinamerivier. Bij de monding zien we dolfijnen en doen de motor uit om zo een poosje naar ze te kijken, in de hoop dat ze wat dichter bij komen. Deze rivier dolfijnen hebben een roze buik! Als we de Commewijnerivier op varen hebben we de beloofde stroom mee. Helaas regent het de hele dag en klaart het pas in de avond op. Beetje bewolking en regen is wel aangenaam dan de hele dag de zon op je hoofd. We varen naar het dorpje Alliance wat in de Matapicakreek ligt. Op de Commewijnerivier gaan we voor anker. Beide laten ons anker zakken, de Zeevalk eerst en wij laten ons afzakken en trekken de schepen met twee lijnen naar elkaar toe. Als we net besloten hebben wat we gaan eten komt er een klein visbootje recht op ons af varen en vaart een rondje om ons heen, een beetje intimiderend maar al gauw blijkt dat mannen een praatje willen maken en we krijgen vis cadeau!

De kreek waar Alliance aan ligt heeft op 50 meter hoogspanningskabels en is het dus oppassen. We besluiten dit met Zeevalk te doen, ze zijn wat kleiner en kunnen als het moet hun kiel liften als het te ondiep wordt, ons bijbootje gaat mee op sleeptouw. We bezoeken het dorpje en gaan daarna met de dinghy op expeditie door de kreekjes. Hans heeft het elke keer over Plantage Bakkie, maar waar is die dan? Akko stuurt de ene kreek naar de andere kreek in en gaat net zo ver totdat we gehinderd worden door boomstammen of begroeiing. We moeten regelmatig bukken voor takken en bladeren, inmiddels hebben we aardig wat snoeiafval verzameld! Net voor het donker vinden we Plantage Bakkie en al snel zien we een Nederlander op de kant staan en gebaart ons waar we af kunnen meren. Het is Bas Spek die samen met zijn vrouw een klein museum hebben opgericht over de geschiedenis van de plantages en de slavernij. Het is een aangename verassing om hier te zijn en krijgen een rondleiding door het museum. Het wordt al schemerig en we moeten terug, we besluiten om op onze terugweg hier weer langs te gaan en een toer te doen door Warappakreek!

Plantage Bakkie

Eerste eiland

Tussen Alliance en Wanhatti zijn geen dorpen. Het is één en al natuur, De oevers zijn dichtbegroeid met hoge mangrove bomen en vele andere soorten vegetatie. Er zit ontzettend veel leven achter die groene muren, onze oren maken overuren en horen veel nieuwe geluiden. 30 mijl lang komen we niemand tegen en is het net of we even alleen op de wereld zijn, met alle dieren geluiden om ons heen. We stoppen bij het eerste eiland van de drie en gaan in de monding voor anker. Omdat Zeevalk een elektrische ankerlier heeft en minder ketting dan wij spreken we af dat onder 10 meter diepte zij voor anker gaan en wij meren bij hun aan. Dat is prima te doen in het rustige rivierwater, hoe verder we de rivier op gaan hoe minder de stroom. We varen 4 tot 6 uurtjes per dag met het getij mee en gaan dan weer voor anker.

Muren van groen weerspiegelen in het zwarte water.

Koopmanskreek

Volgende stop is de Koopmanskreek, samen met Janet gaan we meerdere malen op expeditie met de dinghy en slingeren zo door de kreekjes met elke keer weer spannende verhalen als we terug komen. Een mooie ankerplek met weids uitzicht over de rivier. Een grote boom met hangende nesten van de geelstuitbuidelspreeuw trekt onze aandacht door de in en uitvliegende ouders om hun kroost eten te brengen. In de avond eten verse vis (koebi) uit de oven die we kregen door voorbij varende vissers. Met zaklamp zien we veel vleermuizen en vuurvliegjes.

Vliegende blauw gele ara’s

Barbakoebakreek

We komen zo nu en dan kleine dorpjes tegen aan de oevers maar besluiten om door te gaan en op de terug weg een dorpje aan te doen. Kinderen rennen mee op de waterkant en zwaaien naar ons. We toeteren en zwaaien enthousiast naar ze terug. We varen naar de Barbakoeba kreek en overnachten hier weer in de monding van de kreek. Zeevalk gooit weer hun anker uit en wij maken daar dankbaar gebruik van en gaan weer naast ze liggen. Veel overvliegende ara’s en papegaaien die je al van verre hoort aankomen door hun gekrijs. Ze blijven indrukwekkend!

Zeer smalle kreek waar we samen voor anker liggen.

Moengo

De volgende ochtend varen we naar Moengo, 20 mijlen voor de boeg. Dit is ook het eind punt van de riviertocht, verder kunnen we niet. We hebben dan 100 mijl afgelegd in 7 dagen. Als we aankomen in Moengo, is het druk op de kade met werklui die helmpjes dragen. Dit is een overslag voor container schepen om te laden en lossen. Als we worden aangesproken vraagt de man verbaast wat we hier nu komen doen. Er blijkt een containerschip op onze hielen te zitten…. oeps dat hadden we niet zien aankomen en hebben geluk dat hij ons niet hoefde te passeren in de veel smallere Cotticarivier. De man zegt dat we ook niet terug kunnen voorlopig en moeten wachten tot dat het schip klaar is met lossen en weer vertrekt. We kunnen voor anker in de zwaaikom maar zoveel mogelijk in de kant omdat het schip daar moet draaien. Nog een beetje verbaast met het idee dat dit grote ding op ons af komt, parkeren we Choctaw met haar boeg in een oude bananenplantage.

Geparkeerd in de bananenplantage.

We liggen met de kiel in de blubber en Zeevalk knoopt aan ons vast. Er zou nog wel vracht verkeer naar Moengo gaan eens in de 2 weken, maar we hadden hier geen rekening mee gehouden. Nu weten we dat er een Facebook pagina van de MAS is, waar zei op vermelden wanneer er een schip langs komt. Zo komen we er ook achter wanneer het schip weer vertrekt. De volgende ochtend om 8:00u. We krijgen geen toestemming om Moengo in te gaan vanwege de pandemie, we maken er maar geen probleem van en laten het zo. Als het vrachtschip netjes zijn draai maakt en wegvaart, varen wij er achteraan. Het schip laat een spoor van afval achter door het omwoelen van de bodem en de boeggolf. Het is een triest gezicht. Het leek allemaal mee te vallen dachten we maar schijn bedriegt! Door het omwoelen liggen er ook veel takken en boomstammen en is het zo nu en dan opletten. Als ik achter het roer zit, komt Akko naar buiten en zegt kijk eens achter je? Als ik zie dat er een grote boomstam onder Choctaw vandaan komt, kijk ik verschrikt Akko aan, ik heb hem echt niet gezien…

Achter het vrachtschip aan.

Het dorp zonder naam

We worden hartelijk ontvangen!

Als we 5 mijl hebben gevaren en een bocht naderen zien we een klein dorpje aan de linkerkant van de oever. Ze moeten nog wakker worden als Akko roept of we een bakkie koffie mogen doen. Het dorpshoofd wat nog geen tijd had om zijn kunstgebit in te doen, klimt in zijn korjaal en komt langszij, als wij Choctaw weer met de boeg het land op sturen en zich vast zuigt in de modder. Zeevalk komt langszij, intussen is Akko al meegenomen door het dorpshoofd! Ik wacht met Janet en Hans een bui af, zet koffie en zoek samen met Janet spulletjes uit voor de kinderen en een flesje rum voor het dorpshoofd. Als wij ook aan land zijn, banen we een weg door de modder en is het glibberen en glijden. De koffie valt in de smaak, als er ineens overal bekertjes vandaan komen. Ook de dames zijn wakker geworden en komen nieuwsgierig in hun nachtjapon een kijkje nemen. Het dorpje bestaat uit 50 mensen, de kinderen gaan in Moengo naar school. Op de kaart wordt dit dorpje niet aangegeven en er gaan ook geen wegen heen. We worden gastvrij ontvangen en ze zijn blij met dit onverwachte bezoek!

Dorpshoofd bestudeerd de wereldbal grondig
Samen op de foto!

Wanhatti

We stoppen bij een ander dorpje voor wat boodschappen, hier is het onthaal al minder. Niemand bekommerd zich om ons en varen snel door. We overnachten in het dorpje Wanhatti, tevens ook het grootste dorp langs de Cotticarivier, deze mensen gaan aardig met de tijd mee en er staan veel auto’s. Onze komst is dan ook niet echt bijzonder voor ze of het komt door dat iedereen wat terughoudend is door de pandemie. We voelen ons hier niet echt welkom maar dat komt misschien ook dat het eerste dorpje overweldigend positief was. Dit dorpje lijkt welvarender maar toch zijn de huizen niet meer dan een groot tuinhuis met roestige golfplaten als daken. Een beetje tuinhuis in Nederland ziet er luxer uit. Als het regent is het één grote modder bende. Ze leven hier van hun eigen landbouw en visvangst en het water uit de rivier. Het ziet er naar uit dat ze niet meer nodig hebben en gelukkig zijn.

Even boodschappen halen. ( zak uien en parbo bier)

2e Eiland

Bij het krieken van de dag gaat het anker weer op. We willen terug naar Alliance want er staat een expeditie op ons te wachten. Bij het tweede eiland gaan we voor anker om op het goede getij te wachten om de stroom weer mee te hebben en verder te varen naar Alliance. We hebben dus even de tijd om te relaxen. Janet en ik gaan er weer op uit en laten ons met de dinghy naar binnen drijven. Zo jagen we niet meteen alle vogels weg als we dat op de motor zouden doen. We weten dat we een rondje kunnen varen en besluiten het motortje te starten en tuffen rustig verder. Wanneer komt die bocht nu? Is dat uitgang van de kreek? Zouden we wel genoeg brandstof hebben? Ik begin me lichtelijk zorgen te maken, terug is geen optie want dan hebben we stroom tegen. Als dan de kreek steeds smaller begint te worden vraag ik me af of deze uitgang niet dicht gegroeid is. Het begint ook nog te regen en de hemel barst open. Binnen een minuut zijn we nat tot op onze onderbroek en zie ik geen hand voor ogen. De kreek wordt versperd door een omgevallen boom. In de stromende regen doe ik het motortje uit en haal het omhoog. Met een gangetje varen we over de boomstam heen, Janet houd de peddels in de aanslag, als ik het motortje probeer te starten. Je raad het al, ik krijg dat ding niet meer gestart, op dat moment hoor ik Akko door de marifoon praten (myott myott dit is Choctaw over) Waar zijn jullie? Uh aan de andere kant van de kreek met motorpech. Ok, keer niet om jullie drijven er vanzelf uit en dan pikken we jullie op! Als ik wat navraag doe over het motortje, zegt Akko check het dodenmanskoortje! Grr wat stom. Door het naar voren halen van de motor is het koortje los gegaan en krijg je motor niet gestart. Al snel zien we het einde van kreek en varen we weer de rivier op, alleen liggen Zeevalk en Choctaw niet meer op de zelfde plek! Samen dobberen ze aan de andere kant van de rivier, we kijken elkaar verbaasd aan. Als wij als verzopen katjes aan boord gaan, lijken de mannen net zo verbaasd te zijn. Door de regenbui die veel wind in zich had, zijn ze van het anker geslagen en al dobberend aan de andere kant van de rivier beland. Het tij is gekeerd, we koppelen elkaar los en zetten onze tocht voort!

Kaaiman gespot!

Warappakreek

Na ons anker en dinghy avontuur hebben we nog 20 mijl te gaan naar Alliance. Onderweg bak ik pannenkoeken voor het avondeten en dit wordt door de neuzen van Janet en Hans waargenomen als ze achter ons varen! Met ondergaande zon genieten we van de pannenkoeken. De reden dat we hier weer terug zijn is, omdat we een tocht gaan maken door de Warrapakreek. In de ochtend worden we door een korjaal opgepikt. David onze gids verteld ons dat in 2007 door Bas Spek de Warrapakreek opnieuw is uitgegraven tot aan zee, 10 km lang en als we er door heen varen, krijgen we indruk hoeveel werk dat is geweest. In het begin is het alleen mangrove en ook nu lijkt het weer bijna dicht gegroeid. Onderweg moet David met de motorzaag aan de gang om de doorgang vrij te maken door een omgevallen boom.

De korjaal past precies door de kreek en moet snelheid houden om niet vast te komen zitten. We moeten regelmatig bukken voor overhangende bomen en hangende wortels van de mangrove bomen. Dan veranderd het landschap omdat de kreek een open verbinding met zee heeft loopt er met vloed zout water in en dat kun je zien door de omliggende bomen die niet tegen brakwater kunnen. Het is indrukwekkend als je van deze smalle rivier ineens de zee opvaart. Om de 7 jaar verplaatsen zandbanken zich en valt er nu een stuk droog, waar oude fundamenten te zien zijn uit de tijd van de slavernij. Het is een kwestie van tijd en dan zal dit stukje geschiedenis weer onder de zeebodem verdwijnen. Op de terugweg stoppen we bij een oude suikerfabriek plantage die verscholen ligt in de jungle. David gaat met zijn machete aan de slag om voor ons een begaanbaar pad te maken. We vangen een glimp op van de oude fabriek omdat we belaagd worden door honderden muggen. We weten niet hoe snel we weer terug moeten. We zien 3 verschillende soorten apen: de brulaap, zwartkopaap en de capucijnesaap. Door de oplettendheid van Hans zien we ook een kaaiman! We hebben inmiddels aardig trek gekregen, wetende dat er een lekkere lunch op ons staat te wachten op Bakkie. We praten nog wat na met Bas en Marsha en krijgen wat fruit en groenten mee, want dat is onderweg moeilijk te verkrijgen. David brengt ons terug naar onze scheepjes die voor anker liggen op de Commewijne rivier. Moe en voldaan praten we gezellig na over onze belevenissen afgelopen week.

De monding van de warappa kreek staat in verbinding met de Atlantische oceaan

Braamspunt

Voor dat we weer naar waterland gaan, varen we naar Braamspunt onder zeil. Niet gedacht dat we konden zeilen maar er staat een lekker briesje. Braamspunt is een landtong wat de zee en rivier van elkaar scheid. We gaan voor anker tussen de vele visstaken en in de avond hebben we weer verse vis op het menu. Er ligt een klein vissersdorpje. Als Akko lekker gaat kiten, ga ik met Hans en Janet een rondje lopen. Helaas ligt het hier vol afval. We maken van afval een kunstwerk en dromen van een schonere oceaan in 2021.

Onder zeil op de Suriname rivier!

Eén antwoord op “Op eigen kiel de rivieren op!”

  1. Hoi wat een mooi avontuur prachtig en je blijft lezen .
    Super op naar het volgen avontuur.

    veel plezier en gezondheid Paps

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *